Reusachtig wijngebied (400.000 hectare; Europa heeft in totaal ruim vijf miljoen, de wereld bijna acht miljoen hectare wijngaard) in Midden-Spanje dat nog steeds wel goedkope rioja-imitaties levert – wee fruit met wat hout – maar meer en meer modern Spanje wordt door wijnen van fruit te maken. De tempranillo heet hier cencibel, daarnaast worden ook diverse andere inheemse druiven gebruikt, plus uiteraard de internationale variëteiten. Wat wit betreft blijft het moeilijk; de voornaamste druif is nog steeds de aíren – al is chardonnay in opkomst.
Verder is dit Don Quichotland. De Don had een wijngaard, en Sancho Panza vertelt het verhaal dat je in talloze variaties in veel (oudere) wijnboeken tegenkomt, steeds weer aan iemand anders toegeschreven: het verhaal van de proever of proevers die in een wijn iets van ijzer, van leer ook proeven. Kan, wij wijndrinkers ruiken wel gekkere dingen in ons glas. Maar nee, zeggen de proevers, twee familieleden van Sancho Panza in het originele verhaal, die geuren, die horen er niet. En jawel: in het vat wordt een ijzeren sleutel aan een leren koordje gevonden. Latere versies doen ook nog een met inkt beschreven kaartje aan de sleutel, dat ook feilloos gedetecteerd wordt.