Een druif die zich graag ophoudt in het noordwesten van Spanje, voornamelijk in Valdeorras,een Galicisch wijnbouwgebiedje van slechts 1300 hectare. Binnen dat wijngaardareaal is sprake van nog meer kleinschaligheid: er staan nog enkele tientallen hectare beplant met deze godello.
Wordt inmiddels het nieuwe Spaanse witte goud genoemd. Niet zozeer omdat hij zo zeldzaam is of buitengewoon kostbaar, maar vooral omdat hij prachtig wit levert. Vol tuttifruttiperzik, fijne bitters van een sinasappel-grapefruitmarmelade en een licht vetje dat gepareerd wordt door felle zuren.
Ik dronk er laatst eentje bij een op de huid gebakken kabeljauw met wat zeekraal. Superieure combinatie. En reden genoeg om hem in mijn Moleskine met ‘vondsten’ te huisvesten. Immers, een prachtige, spannende blanco. Bovendien van een druif die ik nog nooit eerder had geproefd. Dacht ik. Wat navorsingen in de druivenencyclopedieën leidden echter tot nieuwe inzichten. Godello bleek ‘bijna zeker’ de Portugese verdelho te zijn, een druif die zich zo thuis voelt in Madeira. Maar daar is de populariteit al jaren tanende van.
Ook bekend als verdello en heet in PORTUGAL verdelho do dão, maar is geen VERDELHO. Kwam begin zestiende eeuw aan in Galicië, om vervolgens na een lange, trouwe staat van dienst rond 1970 bijna uit te sterven als gevolg van modieuze desinteresse. Gelukkig werd hij op het nippertje gered en wordt hij nu weer enthousiast aangeplant. Hij geeft voor wijn vol zacht fruit en kruidige lentegeuren.