Rosé d’Anjou, het halfzoete haarwater uit de Loire waar Nederland in de jaren zeventig aan verslaafd was, is aan een charmeoffensief begonnen om het verlies aan terrein terug te winnen. Zo belooft de zelfverklaarde ‘Koning van de Rosé’ de nieuwe drinker een ‘magnificent life’. Als ik echter nu zelf een rosé was, zou ik met de andere een couppoging plannen in een poging de republiek uit te roepen.
Maar vanuit dezelfde regio valt tussen al dat royalistische gesnoef ook een aangenaam gefluister te horen. Vanuit de monding van de Loire is een blanc een heel voorzichtige comeback aan het voorbereiden. Ik heb het over de muscadet, gemaakt van de melon de bourgogne. Een wijn die zich kortgeleden in de supermarkt nog slechts kon voorstaan op de status ‘serviceproduct’. Zonder was het grootgrutteraanbod niet compleet, maar de kwaliteit deed er niet erg toe. Een lage prijs was het enige dat telde. Maar ter plekke is inmiddels het besef ontstaan dat het veelkoppige afprijsmonster tot een langzame, maar dodelijke verwurging zou leiden.
Nu hebben de muscadetmakers niet geopteerd voor een collectieve media-inspanning. Door klatergouden bergen te beloven en zich de Keizer van het Wit te noemen. Muscadet zocht de waarheid dichterbij: in de fles. De afgelopen jaren heb ik langzaam maar zeker de kwaliteit omhoog zien kruipen. En het aardige is, niet alleen bij de wijnspeciaalzaken die overigens nimmer hebben versaagd de echte liefhebbers van dit zilte wit op hun wenken te bedienen. Ook het niveau van muscadet in de supers gaat omhoog.
En zonder dat dit tot veel hogere prijzen heeft geleid. Nu ben ik zeker nog muscadets tegengekomen van nipt drie euro en die zou ik ook zeker vermijden. Want dat was inderdaad die verzengende zure klets die de reputatie van de streek te grabbel heeft gegooid. Maar tussen vier en de vijf euro is er al heerlijke waar beschikbaar. Wit dat verkwikt dankzij verfijnde krokanterie, de ziltigheid van zeewind, een jodiumzweem, appeltjes met ochtenddauw en citrus in de kou.
Melon, dat is MUSCADET. Muscadet, dat is haringwijn. Haring, dat is Hollands. En jawel, wij Nederlanders hebben aan de wieg gestaan van muscadet. In Nantes is er nog steeds een plein genaamd Place de la Petite Hollande. Er zijn hier zelfs oer-Hollandse polders.
Muscadet is Hollands omdat we in de zeventiende eeuw vonden dat ze de rodedruivenrassen daar beter konden vervangen door witte, want die witte kon je zo makkelijk distilleren tot brandewijn, en in brandewijn kon je beter handelen dan in zurewijn. Die witte waren FOLLE BLANCHE en melon, melon de bourgogne.
Melon is verbannen uit BOURGOGNE in 1567: ‘verboden om te planten: nouveaux Gamez (zie GAMAY), et Melons’. Maar langs de LOIRE stond hij al sinds de Middeleeuwen zonder bezwaar. Niet veel, totdat onze voorvaders verdere voortplanting bevorderden, en nog meer nadat tijdens de strenge winter van 1709 zowat alle wijngaarden in de Muscadet doodvroren, maar de melon de diepvriestemperaturen bleek te kunnen overleven.
Er is weinig over bekend: zoals z’n naam aangeeft komt hij oorspronkelijk uit de Bourgogne, waar hij al in de dertiende eeuw voorkwam, maar tegenwoordig is de kleine coöperatie in VÉZELAY, vlak bij CHABLIS, een van de laatste in Bourgogne die nog wijn van de melon de bourgogne maken. Verder staat praktisch alle melon in de Muscadet.
Neutraal van geur en smaak, zeggen de wijnboeken over melon. Om de neutrale melon wat extra’s te geven wordt ruim de helft van de muscadet SUR LIE gebotteld. Veel Franse wijndrinkers denken dat dat betekent: muscadet-aan-de-Lie. Je hebt tenslotte muscadet van de riviertjes Sèvre en Maine, dus waarom zou de Lie geen rivier zijn? Nee dus. Sur lie wil zeggen dat de wijn totdat hij op de fles gaat op z’n DROESEM blijft, op z’n lie in het Frans. Droesem is de laag afgestorven gistcellen op de bodem van het VAT, en het geeft de neutrale melon wat extra geur en koolzuur.
Heel toevallig ontdekt, zoals veel grote uitvindingen. De Franse wijnboer, ook niet gek, hield het beste vat wijn voor zichzelf, voor een bijzondere gelegenheid. Die langer bewaarde vaten, waarin de wijn dus lang op de droesem had gelegen, bleken rijker van geur en smaak dan de muscadet voor alledag en de verkoop. Nadat de plaatselijke Sherlock Holmes had ontdekt dat die rijkere geur van de droesem kwam, werd het laten liggen op de lie een wijder verbreid gebruik. Maar pas op: sur lie is alleen goed bij een goede wijnboer. Zoek bij de beste haring de beste muscadet.